.
.

Je videopitch:
waar moet je op letten?

.

videopitch: waar op letten?

.

.

Je videopitch: wat & hoe?

Toen ik de allereerste keer voor de camera stond om te vertellen wat mijn bedrijf te bieden had, vertelde ik veel te veel. En elke keer als ik een nieuwe opnamen maakte, leek het wel alsof ik heel andere accenten legde. En dat terwijl online video vraagt om kort en krachtig te zijn. Vooral bij zo’n videopitch. Die wilde ik op mijn homepage plaatsen. Het mafste was nog dat ik aardig van de kort en krachtig ben. Maar op dat moment effe niet. Ik lulde telkens een end in de lucht (excuse le mot…).

Als jou dat ook overkomt fiets je continu achter jezelf aan. Dat voel je. Een kijker voelt dat ook. Zolang het proefopnamen zijn is daar niks mis mee. Gewoon oefenen. Maar de opnamen die je publiceert moeten wel kloppen. Op de eerste plaats voor jezelf.

Je kernboodschap

Mij vervolgopnamen gingen al een stuk beter. Weet je waarom?

Omdat ik de camera opzij zette. Eerst focussen op datgene wat ik kwijt wilde. Opschrijven dus. Pen en papier. Kort en krachtig. Een pitch: eerst in 2 zinnen. Want dan kom je tot de kern. Gelukkig kwam ik daar ook wel snel uit. Want als je daar niet uitkomt, heb je vaak al de bron te pakken. Als je niet kort en krachtig je boodschap weet over te brengen start je vanuit het “brede perspectief”. Dat heeft niks met video te maken. Meer met “waar ben ik nu echt van?”. En juist die korte variant is het fundament om gericht “uit te kunnen weiden”. Dat mag, het is geen ultrakorte “elevatorpitch”. Daarin moet je van de 5e tot de 12e verdieping aan iemand anders die de lift binnenstapt kunnen vertellen wat jij doet, zodat diegene dat niet vergeet. Een videopitch mag tot 1-1,5 minuut duren. Pff… geeft een beetje lucht niet?

Voorbereiding is key!

Het gekke bij video is dat veel ondernemers de camera pakken en hopsakee…draaien maar. Zonder voorbereiding. Terwijl dat op alle andere fronten van ondernemen wel gebeurt. Als je nog nooit voor een camera gestaan hebt, nog nooit jezelf teruggezien en gehoord hebt, is de kans groot dat je nog eerst moet wennen. Wennen aan dat zwarte kastje dat niks terugzegt. Tegen wie praat je eigenlijk? Het scheelt als je vooraf je verhaal op papier helder hebt. Vooral omdat je daar de “kunst van het weglaten” veelvuldig moet toepassen. Wat is je kernboodschap en wat is belangrijk daarbij in deze video? Schrijf het op. Streep, vervang, wissel woorden, haal woordjes als “eventueel”, “misschien”, “eigenlijk” eruit. Stellig! Pats! Boem! Dit is je verhaal.

Schrijf in spreektaal

Schrijf je verhaal op in SPREEKTAAL! Ga daarna maar eens voor de spiegel staan en je opgeschreven verhaal aan jezelf vertellen. Voelt ’t als opgelezen schrijftaal of merk je dat je een verhaal aan het VERTELLEN bent? Je verhaal wordt juist spontaner door het EN op te schrijven EN in spreektaal op te schrijven. Je kan je verhaal daarna ook in delen opnemen en in de montage aan elkaar plakken. Want waarom jezelf een enorme druk opleggen je hele verhaal uit je hoofd  te moeten doen? Dat beklemt alleen maar en maakt het veel moeilijker spontaan te zijn. O ja…en klok je verhaal met een timer. Je zult merken dat het al snel langer duurt dan je verwacht had.